Deze blendwijn uit het noorden van Puglia, is gemaakt van twee druivensoorten (70/30%) afkomstig van wijngaarden op de grens van de Murgia- en Daunia-wijnzone (berggrondwijngaarden). De Nero di Troia, die vernoemd is naar het Griekse Troia - het verhaal wil dat de druiven daarvandaan zijn meegenomen na de Trojaanse Oorlog - heeft de kenmerkende smaken kersen en tabak. En is inmiddels beter bekend als een autochtoon blauw druivenras uit Puglia - deze druif vind je elders niet. De tweede druivensoort is eveneens de bekendste, de Primitivo: bekend als verleidelijk, zoet, vol rijpe tannine en robuust. De druivennaam staat voor "eerste pluk". De combinatie van beide druiven - met een dieprode kleur en qua geur intense aroma’s van rood, zacht fruit - zorgt voor een ronde, zachte en fluwelige wijn, met een middellange afdronk. Tip: lekker bij kruidige voorgerechten en pizza/pasta, rood vlees en witvis en wat oudere kazen. Serveertemperatuur: 17-19 °C. Conserveren: staand of kort liggend. Bewaartermijn tussen de drie en vier jaar, optimaal na anderhalf jaar.